Pleidooi bij Hoge Raad over homohuwelijk in Aruba en Curaçao

Stellen van hetzelfde geslacht kunnen in Aruba en Curaçao niet trouwen. Het huwelijk van homostellen die in Nederland zijn getrouwd, moet er wel worden erkend. De eilanden hebben geprobeerd dat tegen te houden, maar daar heeft de Hoge Raad al in 2007 een stokje voor gestoken. In de praktijk stelt die erkenning weinig voor: aan het Nederlandse homohuwelijk kunnen geen rechten worden ontleend. Vandaar dat de LHBT+-gemeenschap nog altijd strijdt voor het homohuwelijk in Aruba en Curaçao.

 

Op vrijdag 10 november 2023 vond bij de Hoge Raad der Nederlanden een pleidooi plaats in twee zaken tegen Aruba en Curaçao over het homohuwelijk. Aruba en Curaçao waren in beroep gegaan bij de hoogste rechter van een vonnis van Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Dat had in december 2022 beslist dat het in strijd is met het discriminatieverbod om het huwelijk alleen open te stellen voor koppels van verschillend geslacht. Het Hof had de wet van Aruba en Curaçao opzij gezet. Daar waren Aruba en Curaçao het niet mee eens.

 

Aruba en Curacao vinden dat het niet aan de rechter is maar aan de wetgever om een zo politiek gevoelige kwestie te beslissen. Bovendien zou het Hof hebben onderschat wat de openstelling van het huwelijk voor juridische consequenties heeft, omdat andere regelingen nog geen rekening houden met het homohuwelijk van personen van gelijk geslacht. Ook schermen Aruba en Curacao met de introductie van het geregistreerd partnerschap. De twee stichtingen die de zaak tegen Aruba en Curaçao zijn begonnen, wezen de Hoge Raad erop dat Aruba en Curaçao toegeven dat sprake is van discriminatie en dat de wetgever daar al jaren niets aan doet. Dan komt het moment dat de rechter kan ingrijpen.

 

Homorechten liggen gevoelig op Aruba en Curaçao. Het Antilliaans Dagblad noemt echter ook onderzoek uit 2022 dat laat zien dat 57% van de Arubaanse bevolking het homohuwelijk steunt. Toch gaat het daar niet om. Discriminatie mag ook niet als een meerderheid van de bevolking het homohuwelijk niet ziet zitten.

 

Een van de advocaten van de stichtingen maakte een treffende vergelijking met de bekende Amerikaanse uitspraak Brown v. Board of Education of Topeka uit 1954. Toen bepaalde het Amerikaanse Hooggerechtshof dat het de staten niet was toegestaan gekleurde kinderen van scholen te weren. Ook niet als er een “gekleurde school” beschikbaar was. “seperate but equal” is ook discriminatie. Om dezelfde reden is de introductie van het geregistreerd partnerschap ook niet de manier om een einde te maken aan de discriminatie. Dat geeft stellen van ongelijk geslacht een keuze die homostellen niet hebben.

 

In januari geeft de Advocaat-Generaal zijn advies. De Hoge Raad beslist daarna.

 

De NOS deed verslag van de zitting: klik hier.

 

 

 

Volgende
Volgende

Draagmoederschap wettelijk geregeld