Verdeling woning in kort geding is mogelijk

Het komt veel voor. Als de relatie is beëindigd, verblijft een van de ex-partners nog een tijd in de gemeenschappelijke woning. Dat geeft de mogelijkheid om te onderzoeken of de een de ander kan uitkopen. Maar wat als daar geen uitzicht op blijkt te bestaan en de ‘thuiswoner’ weigert de woning te verlaten? De hypotheeklasten lopen door. De renteaftrek loopt af. De huizenmarkt verandert intussen. Elk van de ex-partners kan verdeling vorderen bij de rechter. Die kan bepalen dat de woning wordt verkocht en dat de opbrengst wordt verdeeld. Probleem is dat een bodemprocedure vaak lang duurt. Het was lange tijd de vraag of zo’n verdeling ook door een kortgeding tot stand gebracht kon worden, bijvoorbeeld door een veroordeling om aan de verkoop mee te werken. In een kortgeding is alleen plaats voor ordemaatregelen en is een verdeling dat wel? De rechters waren daarover verdeeld en wezen tegenstrijdige uitspraken. Het Hof Den Haag oordeelde dat een veroordeling tot meewerken aan verkoop niet kon. Tegen dat oordeel is cassatie in het belang der wet ingesteld. De Procureur-Generaal vraagt dan aan de Hoge Raad om hierover een beslissing te geven. Dat heeft de Hoge Raad op 31 maart 2023 gedaan: het is mogelijk. De Hoge Raad zoekt aansluiting bij eerdere uitspraken, waarin is beslist over gevallen die hierop lijken. Dit is goed nieuws, want er is zo een einde gekomen aan de onduidelijkheid op dit punt.

Link naar de uitspraak:

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:HR:2023:499