Stiefouderadoptie

Een stiefouder kan onder voorwaarden zijn of haar stiefkind adopteren. Door stiefouderadoptie verkrijgt de stiefouder gezamenlijk gezag, kan het kind de achternaam van de stiefouder verkrijgen en ontstaat er een familierechtelijke betrekking tussen de stiefouder en het stiefkind. De familierechtelijke betrekking tussen de oorspronkelijke ouder en het kind wordt daarmee verbroken.

Verzoekschriftprocedure bij de rechtbank

Een procedure tot stiefouderadoptie verloopt via een verzoekschriftprocedure bij de rechtbank. Hiervoor is de bijstand van een advocaat vereist. De belangrijkste voorwaarden die de wet stelt aan een verzoek tot stiefouderadoptie zijn:

  • de stiefouder heeft voorafgaand aan het verzoek drie jaar met de partner samengewoond;

  • de stiefouder en de partner hebben tenminste één jaar samen voor het kind gezorgd;

  • de partner van de stiefouder heeft het eenhoofdig gezag;

  • de andere ouder van het kind (de ex-partner) spreekt het verzoek niet tegen.

Als de ouders nog gezamenlijk gezag hebben, kan de rechtbank dat eventueel gelijktijdig met een procedure tot stiefouderadoptie wijzigen. De stiefouder verkrijgt dan door de adoptie van rechtswege het gezamenlijk gezag.

Verweer tegen stiefouderadoptie

De andere ouder heeft het recht om het verzoek tot stiefouderadoptie tegen te spreken. Dat betekent dat deze een afschrift van het ingediende verzoekschrift ontvangt en in de procedure verweer mag voeren. De rechter kan aan de tegenspraak van de andere ouder voorbijgaan als daar een goede reden voor is. Wanneer is daarvan sprake? Niet alleen in het geval dat een ouder volledig buiten beeld is, maar ook als er nog wel (meestal summier) contact is met een ouder kan het zijn dat het kind niets meer van deze ouder in die hoedanigheid heeft te verwachten.

De rechter zal het belang van het kind altijd voorop stellen. Wanneer de andere ouder niet op de zitting verschijnt, dan gaat de rechtbank ervan uit dat de ouder het verzoek niet tegenspreekt.

Gezagswijziging in combinatie met achternaamswijziging

Een zogenaamde ‘light’ variant op stiefouderadoptie is een verzoek tot gezamenlijk gezag, eventueel in combinatie met een verzoek tot achternaamswijziging van het kind. Ook voor deze procedure is de bijstand van een advocaat vereist.

In de voorwaarden voor een toewijzing van een verzoek tot gezamenlijk gezag wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie dat het kind twee ouders heeft tot wie het in familierechtelijke betrekking staat, en de situatie dat het kind één ouder heeft. Als het kind twee ouders heeft, wordt door het stellen van extra voorwaarden rekening gehouden met de belangen van de ‘andere’, vaak op afstand staande ouder. Zou moeten de partners gezamenlijk ten minste één jaar de zorg voor het kind hebben gehad. Daarnaast dient de met het gezag belaste ouder tenminste drie jaar alleen het gezag over het kind te hebben uitgeoefend. Ook dient de wijziging van het gezag in het belang van het kind te zijn. Als er slechts één ouder is dan gelden deze extra voorwaarden echter niet.

Het verschil met stiefouderadoptie is dat de familierechtelijke band tussen het kind en de andere ouder in stand blijft. De stiefouder en het kind worden dan over en weer (onder meer) geen wettelijk erfgenaam, maar het kind kan wel de achternaam van de stiefouder verkrijgen en de stiefouder krijgt ook het gezamenlijk gezag. Verder is het mogelijk om als stiefouder een testament op te maken, zodat het stiefkind alsnog erft.

Kindgesprek

Als het kind 12 jaar of ouder is, dan mag het zijn of haar mening over het verzoek van de stiefouder kenbaar maken bij de rechtbank. In een zogenaamd ‘kindgesprek’ met de rechter krijgt het kind de gelegenheid om te vertellen wat hij of zij van het verzoek vindt. Op www.rechtspraak.nl staat meer informatie over het kindgesprek.

Procedures

Als een andere ouder het verzoek tot stiefouderadoptie of gezamenlijk gezag tegenspreekt, dan kan een procedure ongeveer 6 tot 12 maanden duren. Vaak voert de Raad van de Kinderbescherming (Raad) voorafgaand aan de zitting een gezinsonderzoek uit. Dat bestaat doorgaans uit een aantal gesprekken. Op basis van dat onderzoek stelt de Raad een rapport op en brengt advies uit aan de rechtbank. De rechtbank zal het onderzoek van de Raad, de uitkomsten van het kindgesprek en het verzoekschrift meewegen in zijn oordeel.

Voert de andere ouder geen verweer en ziet het verzoek er op papier goed uit, dan kan een zitting soms achterwege blijven. In dat geval zal de rechtbank dus meestal sneller een uitspraak doen.

Contact

Overweeg je de band met je stiefkind te formaliseren, neem dan gerust contact met mij op. Ik adviseer je graag over de juridische mogelijkheden.

Neem contact met mij op

Vorige
Vorige

Verdeling woning in kort geding is mogelijk

Volgende
Volgende

Adoptie: over wenskinderen en kinderwens